Lampen ophangen

Een staande lamp of tafellamp kun je vaak makkelijk in elkaar zetten, maar het ophangen van sommige verlichting, zoals nieuwe plafondlampen, is wat lastiger. Daarom een stap-voor-stap uitleg met handige tips.

1. Zet de spanning uit
Het is heel belangrijk om altijd eerst de spanning uit te zetten in de meterkast voordat je gaat beginnen met het ophangen van lampen. Test met behulp van een tweepolige spanningstester of de spanning er ook daadwerkelijk af is. Op een handvat van de spanningstester wordt meestal door middel van leds aangegeven hoeveel spanning er staat.

2. De draden strippen
Nu ga je aan de slag met het strippen van de draden. Er komt een zwarte en blauwe draad uit het plafond en er zit een snoer aan de lamp zelf. Strip deze voor 5 mm. Plaats indien nodig een kroonsteentje zodat de draden aan één zijde naast elkaar komen.

3. De draden verbinden
Stop de bruine draad tegenover de zwarte draad in het kroonsteentje, waardoor de blauwe draden ook tegenover elkaar komen. De lampenkap kan nu over de fitting worden gehangen. De afdekkap van de lamp hoef je nu alleen nog maar tegen het plafond te draaien.

4. Lamp bevestigen
Schuif nu het armatuur over de fitting en draai de ring erover, tot het armatuur goed vast zit tegen het plafond. Vervolgens kun je de lamp in de fitting draaien en de bol over het armatuur schroeven.

Nu kun je de spanning weer inschakelen en testen of de lamp het doet!